Het is gebeurd! Het Mobiliteitsbudget is op 1 maart 2019 in werking getreden! U heeft er waarschijnlijk al veel over gehoord, maar u vraagt zich misschien af wat dit budget precies inhoudt en hoe het van pas kan komen. We hebben de belangrijkste informatie voor u verzameld over het Mobiliteitsbudget!
Met het mobiliteitsbudget kunnen werknemers de verdeling van hun mobiliteitsbudget over verschillende reismiddelen beheren. Dit concept maakt het beheer van de mobiliteit van werknemers flexibeler.
Het mobiliteitsbudget is vrijwillig. Dit betekent dat er geen verplichting is om dit budget te gebruiken, noch voor de werkgever, noch voor de werknemer. Bovendien heeft dit budget voorlopig alleen betrekking op België.
Het tweede belangrijke aspect is dat het mobiliteitsbudget wordt berekend volgens het principe van de "totale gebruikskosten". Deze kost vertegenwoordigt de jaarlijkse brutokosten van de bedrijfswagen voor de werkgever, inclusief belastingen en parafiscale heffingen, en de "extra" uitgaven (financieringskosten, jaarlijkse afschrijving, brandstof, verzekering, bijdragen, enz.
Wie komt in aanmerking voor dit mobiliteitsbudget? Zoals u ziet, is dit budget enkel voor mensen die een bedrijfswagen hebben of er recht op hebben. Laten we de criteria om in aanmerking te komen eens in detail bekijken.
Hij moet reeds bedrijfswagens ter beschikking hebben gesteld van één of meer werknemers, en dit gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden (uitzondering voor werkgevers die minder dan 36 maanden actief zijn en die één of meer bedrijfswagens ter beschikking moeten stellen op het ogenblik van de budgettering).
Voor elke werknemer eindigt het mobiliteitsbudget uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin de werknemer:
Afhankelijk van wat door het bedrijf is opgezet, kunnen werknemers hun budget verdelen over verschillende mobiliteitsoplossingen die in de vorm van pijlers zijn opgesomd. Er zijn 3 pijlers van het mobiliteitsbudget.
In deze pijler hebben werknemers de keuze om gebruik te maken van een elektrische auto of een auto die voldoet aan strenge CO2-uitstootnormen.
De kosten die voor deze pijler worden afgetrokken, houden rekening met de bruto jaarlijkse kosten voor de werkgever van de financiering en het gebruik van de auto, d.w.z. de "total cost of ownership".
Het resterende bedrag van het budget kan dan worden gebruikt in pijler 2 of 3. Merk op dat het mogelijk is de eerste pijler helemaal niet te gebruiken en rechtstreeks naar de andere pijlers te gaan.
In deze pijler worden veel duurzame vervoerswijzen aangeboden. De werknemer kan kiezen welke hij wil gebruiken, afhankelijk van wat de werkgever voor zijn hele personeelsbestand heeft ingevoerd.
Abonnementen voor diverse middelen van openbaar vervoer voor woon-werkverkeer.
Staat in voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de volgende vervoermiddelen die niet sneller rijden dan 45 km/u.
Huur of hypotheekrente voor werknemers die binnen 5 km van de werkplek wonen.
Fiets van het bedrijf en fietsvergoeding
Als u meer wilt lezen over bedrijfsfietsen, bent u wellicht geïnteresseerd in ons artikel: 4 tips om uw medewerkers te stimuleren om de fiets te gebruiken.
Als het mobiliteitsbudget in de eerste twee pijlers niet volledig is opgebruikt, ontvangt de werknemer het resterende bedrag in contanten bij het eerste salaris van de maand van het volgende jaar. Een door de werknemer verschuldigde sociale bijdrage van 38,07% zal op het brutobedrag in mindering worden gebracht.
Lees verder in onze gids!