De grote steden worden geconfronteerd met een constante demografische groei: in 2019 zullen bijna 10.000 mensen in Brussel wonen, tegenover 3.714 in 2016. Maar hoe zit het met de mobiliteit en de auto's van deze nieuwe burgers die voor het stadsleven kiezen?
In een metropool als Brussel groeit het aantal voertuigen gelukkig minder snel dan de bevolking. Toch is de verhouding tussen het aantal parkeerplaatsen op straat en het aantal inwoners nog steeds één op vijf. Daar komen nog honderdduizenden pendelaars bij die dagelijks de stad binnenrijden. Deze automobilisten worden allemaal geconfronteerd met hetzelfde probleem: parkeerplaatsen zijn een schaars goed in Brussel, en dit gebrek draagt bij tot meer congestie en vervuiling in de stad. Hoe kunnen parkeerplaatsen dan een vector zijn voor een vlottere, aangenamere en zachtere mobiliteit?
Bestaande initiatieven hebben vooral het doel pendelaars te ontmoedigen om hun auto naar de stad te brengen. Zo zien we bijvoorbeeld dat parkeerplaatsen op straat worden verwijderd en vervangen door fietspaden of groenvoorzieningen om de levenskwaliteit van de bewoners te verbeteren. Ondanks deze initiatieven is de auto nog steeds een veelgebruikt vervoermiddel en de vraag naar parkeren neemt nog steeds toe.
Hoe kan aan deze vraag worden voldaan, terwijl het tegelijkertijd zorgt voor een vlotte mobiliteit van de pendelaars en een aangenamere stedelijke ervaring voor de buurtbewoners? Door het aanbieden van gemeenschappelijke en gekoppelde off-street parkings. Deze private en onderbenutte parkings, zoals de parkings van bepaalde bedrijven, worden dan geopend en ter beschikking gesteld van de gebruikers die ze nodig hebben. Dit delen maakt niet alleen ruimte vrij op straat, maar geeft de gebruikers ook een gevoel van veiligheid. Het is vooral een kans om een nieuwe manier van verplaatsen te creëren.
Stedelijke mobiliteit is aan het veranderen. In 5 jaar tijd is het aantal fietsers in Brussel verdubbeld. Als we rekening houden met de omschakeling naar elektrische voertuigen, de nieuwe flexibele mobiliteitsmodi en de gedeelde mobiliteit, moeten ook de parkings gelijk gaan met deze evolutie. De parking kan niet langer alleen gebruikt worden voor het parkeren van auto's, maar moet een ruimte worden die de gebruikers de mogelijkheid biedt om hun vervoermiddel en de manier waarop ze zich zullen verplaatsen, te kiezen. Dit is precies het doel van gedeelde parkeerplaatsen.
Op deze parkeerplaatsen vinden we fietsen, motoren, steps en scooters. De gemeenschappelijke parkeerplaats is ook de plaats waar u uw gemeenschappelijke voertuig kunt achterlaten, maar ook waar u uw elektrische auto kunt laten opladen.
De kers op de taart? De gemeenschappelijke parkeerplaats verbindt deze veelheid aan transportmiddelen met elkaar. Stel je voor: je gaat met de auto naar een parkeerplaats, besluit daar een elektrische scooter te nemen en deze te laten staan in een andere, meer centrale parkeergarage, waar je de trein, tram of metro kunt nemen om je eindbestemming te bereiken.
Als gevolg van deze informatie is het nu mogelijk om een duidelijk antwoord te geven op de vraag "Hoe het parkeren te gebruiken om zachte stedelijke mobiliteit te creëren".
De onderlinge afstemming van parkeerplaatsen maakt het mogelijk om de immobiliteit van gebouwen te deblokkeren, zodat de stad overzichtelijker wordt.
Het wordt overzichtelijker omdat het verkeer dat gepaard gaat met het zoeken naar parkeerplaatsen drastisch zal afnemen, een gegeven dat niet te ontkennen is als we weten dat het 30% van het stadsverkeer vertegenwoordigt. Een stad zal ook overzichtelijker zijn omdat de auto's die meestal op straat geparkeerd staan, verplaatst zijn naar een beveiligde privé parkeerplaats. Tot slot een minder vervuild en aangenamer stadsleven, omdat deze parkeergarages nieuwe mobiliteitsmogelijkheden bieden, bijvoorbeeld door ruimte te bieden aan bakfietsen voor bewoners en goederentransport.
Met de opening van de immobiele parkeerplaatsen kunnen we eindelijk de mobiliteit vrijmaken.